Gedichten
Uit het niets zullen we onze energie moeten halen
uit de nacht moeten we de zon in gang zetten
uit de leegte zal telkens vernieuwd
jouw tedere blik komen
het lied van de aarde in stille vruchten
aan de schitterende horizon
zal de zomer zijn stierekop heffen
als de dood ons terugbrengt tot stof
dan kunnen we nog een zonnebloem van stuifmeel en bijen omhoog houden
vanaf de afgrond die de geliefden scheidt
kunnen we toch terugkeren
tot de bezegeling van een omhelzing
onder de luister van de wereld
In vodden, vervolgd
zonder brood
op vreemde bodem
zullen we in triomf dansen
in de longen van de sterren
van een miljoen lichtjaren
Uit het niets
zal jouw glimlach komen
Uit mijn verschrikkelijke eenzaamheid
zal ik redden
nog
alle liefde
En we zullen de nectar drinken van alle vruchten
de hartstocht van alle kussen
We zullen doordringen
in de oorspronkelijke pupil
van het universum
bekeerd tot moeder
en getransformeerd in dochter
Wanneer we op de vlucht zijn gedreven
zullen we lachend vallen
over een transparante lagune
in de ochtend van een nieuwe april
Wanneer we oud zijn geworden
zullen we ons gezicht weerspiegeld zien
van toen we kind waren
in kleinkinderen en achterkleinkinderen
in menigten
van zoetheid en gezangen
We zullen herboren worden
tegen onze eigen wens om te sterven in
we zullen herboren worden
tegen ons verlangen om alleen te zijn in
We zullen ontbloot zijn
omhelsd
verward
in een wervelwind van liefkozingen
Zelfs te midden van de verlatenheid
zullen we leven
In het asfalt, vol barsten,
zullen de geraniums uitbreken
Midden in de verwaarlozing
in de dood van binnen, verdreven uit het Paradijs
zullen we opnieuw in extase opbloeien
Zelfs tussen de bommen
in de waanzinnige orkaan van stupiditeit
zullen we weer geboren worden, schitterend en goedig
Onze hoop stierf, ons rest slechts
het leven
We zullen leven
ondanks onszelf
met het laatste
gebaar van tederheid
we zullen in triomf herboren worden
puur en stralend
Uit: Éxtasis del Renacido - Poemas - 2da Edición - Editorial Galac - Caracas, Venezuela, 1992
Our deepest fear is not that we are inadequate,
Our deepest fear is that we are powerful beyond measure.
It is our light and not our darkness that most frightens us.
We ask ourselves:
Als ik je vraag naar mij te luisteren
en jij begint mij adviezen te geven
dan doe je niet wat ik vraag
Dance, as though no one is watching,
Love, as though you've never been hurt before,
Sing, as though no one can hear you,
Work, as though you don't need the money,
Live, as though heaven is on earth.